Snelle diagnose: Eerste controles die u zelf kunt doen

Voordat u uitgebreide diagnoses start, controleer eerst de voor de hand liggende zaken. Is de lader aangesloten op het stroomnet en brandt het indicatielampje? Zitten alle laadkabels stevig vast en zijn de contactpunten schoon? Een losse verbinding of vervuilde contacten kunnen er al voor zorgen dat de laadstroom niet goed doorkomt.

Controleer ook of er geen zichtbare beschadigingen aan kabels of stekkers zijn. Corrosie op de batterijpolen kan eveneens de oorzaak zijn van laadproblemen. Deze eenvoudige controles kosten u enkele minuten maar kunnen het probleem al oplossen.

Sneller signalen herkennen en slimmer onderhouden? Volg de training bij Indubatt!

Wilt u zelf beter storingen herkennen en tractiebatterijen veilig onderhouden? Volg de training tractiebatterijen van Indubatt en vergroot uw kennis in één dag.

Oorzaak 1: Problemen met laadapparatuur en aansluitingen

Defecte laadapparatuur is een veelvoorkomende oorzaak van laadproblemen. De lader kan intern beschadigd zijn, bijvoorbeeld door een doorgebrande zekering of defecte componenten. Controleer of de lader normale geluiden maakt en of de ventilator draait tijdens het laadproces.

Corrosie op de batterijpolen verhindert goede stroomgeleiding. Reinig de polen met een draadborsteltje en behandel ze met vaseline om nieuwe corrosie te voorkomen. Vervang beschadigde laadkabels direct, omdat deze veiligheidsrisico’s opleveren en inefficiënt laden veroorzaken.

Test indien mogelijk met een andere lader of laad een andere batterij met dezelfde lader. Zo kunt u vaststellen of het probleem bij de batterij of bij de laadapparatuur ligt.

Oorzaak 2: Te laag elektrolytniveau

Wanneer het elektrolytniveau in de batterijcellen te laag is, kunnen de batterijplaten boven het vloeistofniveau uitkomen. Dit verhindert niet alleen het laadproces, maar veroorzaakt ook permanente schade aan de blootgestelde platen.

Controleer het niveau in elke cel door de vuldoppen te openen. Het elektrolyt moet minimaal de bovenkant van de platen bedekken. Vul alleen bij met gedemineraliseerd water, nooit met zuur of leidingwater. Leidingwater bevat metalen, zouten en andere onzuiverheden die schadelijk zijn voor de batterij.

Vul het water bij na het laadproces, wanneer de batterij is afgekoeld. Dit voorkomt overlopen door uitzetting van het elektrolyt tijdens het laden. Tijdens het laadproces stijgt de celspanning boven 2,4V en wordt een deel van het elektrolyt omgezet in waterstof- en zuurstofgas, waardoor het niveau daalt.

Oorzaak 3: Sulfatering van batterijplaten

Sulfatering ontstaat wanneer loodsulfaatkristallen zich ophopen op de batterijplaten en verharden. Dit gebeurt vooral bij batterijen die regelmatig niet volledig worden opgeladen of langere tijd in ontladen toestand blijven staan. De verharde kristallen blokkeren het laadproces en verminderen de batterijcapaciteit permanent.

U herkent sulfatering aan verschillende signalen: de batterij accepteert geen lading meer, wordt ongewoon warm tijdens het laden, of het soortelijk gewicht van het elektrolyt is ongelijk tussen verschillende cellen. Een batterij met gevorderde sulfatering bereikt ook na een volledige laadcyclus niet meer de normale spanning.

Lichte sulfatering kan soms worden teruggedrongen met een gecontroleerde herconditionering onder professioneel toezicht. Bij ernstige sulfatering is batterijvervanging meestal de enige optie.

Oorzaak 4: Temperatuurproblemen

Extreme temperaturen beïnvloeden het laadproces aanzienlijk. Bij te lage temperaturen verloopt het laadproces trager en kan de batterij lijken alsof deze niet oplaadt. Bij te hoge temperaturen kan de lader de laadstroom verminderen of volledig stoppen ter bescherming.

De ideale laadtemperatuur ligt tussen 15 en 25 graden Celsius. Controleer de batterijtemperatuur voor en tijdens het laden. Een batterij die warmer is dan 45 graden moet eerst afkoelen voordat het laadproces begint.

Zorg voor adequate ventilatie in de laadruimte en vermijd laden in direct zonlicht of nabij warmtebronnen. Te lage temperaturen kunt u oplossen door de batterij eerst op kamertemperatuur te brengen.

Oorzaak 5: Beschadigde cellen of interne kortsluiting

Interne beschadigingen aan batterijcellen kunnen het laadproces volledig blokkeren. Een kortsluiting in een cel zorgt ervoor dat de laadstroom wordt weggeleid zonder dat er capaciteit wordt opgebouwd. U herkent dit aan cellen die significant anders reageren dan de rest.

Controleer het soortelijk gewicht van het elektrolyt in alle cellen. Een cel met veel lagere waarden dan de andere kan beschadigd zijn. Ook wanneer een cel veel warmer wordt dan de rest tijdens het laden, wijst dit op interne problemen.

Bij verdenking van beschadigde cellen is professionele diagnose noodzakelijk. Interne reparaties aan tractiebatterijen vereisen specialistische kennis en apparatuur.

Stappenplan: Systematisch probleem oplossen

• Controleer externe factoren – lader, kabels, aansluitingen en stroomvoorziening.
• Meet de batterijspanning met een multimeter. Een volledig ontladen batterij heeft nog steeds een basisspanning.
• Controleer elektrolytniveaus in alle cellen en vul indien nodig bij met gedemineraliseerd water.
• Meet het soortelijk gewicht van het elektrolyt in elke cel om beschadigde cellen op te sporen.
• Controleer de batterijtemperatuur en zorg voor juiste laadcondities.
• Start een testlaadcyclus en monitor het proces op afwijkingen in spanning, temperatuur of gedrag per cel.

Wanneer professionele hulp inschakelen

Schakel professionele hulp in wanneer de bovenstaande controles geen oplossing bieden, of wanneer u vermoedt dat er interne schade is. Een gekwalificeerde batterijspecialist zoals Indubatt beschikt over geavanceerde testapparatuur om batterijcellen individueel te beoordelen.

Ook bij herhaaldelijke laadproblemen, ondanks correct onderhoud, is professionele diagnose verstandig. Dit kan wijzen op structurele problemen die specialistische aandacht vereisen.

Documenteer alle symptomen en uitgevoerde controles. Deze informatie helpt ons bij het stellen van de juiste diagnose.

Twijfel? Bel ons gewoon even: 073 – 633 04 05. We helpen u graag.

Hoe voorkomt u laadproblemen bij tractiebatterijen?

De meeste laadproblemen zijn te voorkomen door consequent onderhoud. Controleer wekelijks het elektrolytniveau en vul tijdig bij met gedemineraliseerd water. Zorg ervoor dat batterijen binnen 8 tot 12 uur na gebruik worden aangesloten op de lader.

Gebruik bij voorkeur een automatisch bijvulsysteem zoals BFSIII. Dit houdt het elektrolytniveau automatisch op peil en voorkomt droogvallende platen. Het systeem werkt met een waterdruk tussen 0,2 en 0,6 bar en heeft vlotter-indicatoren die het actuele niveau per cel tonen.

Houd laadruimtes schoon en zorg voor goede ventilatie. Plan regelmatige reiniging van batterijpolen en laadcontacten in uw onderhoudsschema.

Zorg voor betrouwbare batterijprestaties

Laadproblemen bij tractiebatterijen hebben meestal duidelijke oorzaken die u systematisch kunt opsporen en vaak zelf oplossen. Door preventief onderhoud en tijdige actie bij de eerste signalen voorkomt u kostbare stilstand en verlengt u de levensduur van uw batterijen.

Heeft u regelmatig problemen met batterijprestaties of wilt u uw onderhoudsprocedures optimaliseren? Neem contact op met Indubatt voor professioneel advies en ontdek hoe onze expertise uw batterijbeheer kan verbeteren.